De ‘niet-mevrouw’? Vol verbazing kijk ik de leerling aan. Wat bedoel je? Nou, zo’n docent die eerst eens gaat vertellen wat we allemaal niet mogen. We mochten echt heel veel dingen niet. Dus nu noemen we haar de ‘niet-mevrouw’.
Die ‘niet-mevrouw’ is mijn collega. Een collega die een vervangingsuur (VU)* moest draaien en graag ziet dat leerlingen in dat uur effectief aan het werk gaan.
De ‘niet-mevrouw’ viel op door het veelvuldig gebruik van het woordje niet.
Het woordje niet kun je beter niet gebruiken. Dat is omdat ons onbewust zijn alleen maar iets kan met wat er wel is. We kunnen niet niet aan iets denken. Denk niet aan de roze olifant! Ja, die kende je al én toch denk je wel aan een roze olifant.
Natuurlijk begrijpen leerlingen wel wat je bedoelt als iets niet mag. Het brein legt alleen de focus op alles wat na het woordje niet komt. Niet aankomen. Niet praten. Niet door de klas lopen. ‘Jongens, ik zei toch NIET doen! Klopt, en de focus kwam op WEL doen.
Zo had ik mij voorgenomen om op zondag niet aan de wijn te gaan. Niet aan de wijn… niet aan de wijn. Nou die werkte lekker. Mijn focus was zo op die wijn gekomen dat ik er alleen maar meer zin in kreeg. Ik denk dat je al weet wat ik die zondag dronk.
Hoe doe je dat dan in de klas?
- Benoem wat je wel wilt. Niet praten = We zijn stil of we luisteren. Niet aankomen = afblijven
- Focus je op wat je wilt. Is nog echt een uitdaging. Je zult merken dat je heel vaak vooral let op wat je niet wilt op wat niet goed gaat. Ook bij jezelf!
- Complimenteer op wat je wel wilt. Fijn dat je boeken op tafel liggen! Fijn dat je er bent! Wat werk je netjes!
- Maak er eens voor jezelf een grapje van. Kijken wat er gebeurt als je zegt: Je mag niet fluisteren!
- Blijven oefenen. Bij mij gaat het ook niet altijd goed 😉
Dit is toch niet NLP? Zeker wel. Neuro linguïstisch programmeren. En er zijn nog meer woorden die enorm effect hebben op je lessen. Je gaat echt verschil merken als jij ze toepast!